Hoe ontstaat onweer?

Er zijn elektrisch geladen deeltjes die elkaar aantrekken om te kunnen ontladen. Ontladen is als bij elektriciteit twee verschillende ladingen           (+ en -) bij elkaar komen. Nadat ze zich ontladen hebben, zijn ze niet meer positief of negatief, maar neutraal. Die ontlading gebeurt via een grote vonk, de bliksemflits. Een bliksemflits is meestal 5 รก 6 kilometer lang, maar je ziet altijd maar een deel van de flits. Bij een horizontale ontlading kan de flits wel 100 kilometer lang. De bliksem heeft een snelheid van meer dan 100.000 kilometer per uur en is ongeveer 2.5 centimeter dik. De meeste ontladingen gebeuren in de wolk zelf of tussen een aantal wolken, daarom zie je de bliksem vaak niet. Dat noemen we weerlichten. De elektriciteit in een wolk zoekt vaak de kortste weg. Meestal is een blikseminslag dan ook op een hoog punt, een hoge boom bijvoorbeeld.

De donder is vaak een hard geluid. De donder ontstaat door de grote hitte van de bliksem, daardoor zet de lucht zo snel uit dat hij eigenlijk ontploft. Als de onweer ver weg is word het geluid vervormd, je hoort dan alleen maar gerommel. Is de onweer dichter bij dan hoor je wel een harde knal. De donder en bliksem ontstaan op precies hetzelfde moment, maar je zult ze nooit tegelijk zien en horen. Dat komt doordat ze een verschillende snelheid hebben. Licht reist een miljoen keer sneller dan het geluid. De bliksem zie je dus meteen, de donder een tijdje later.

Maak jouw eigen website met JouwWeb